"Ik zag op de een of andere manier geen uitweg meer."

Edwin H. ging diep door het stof in de rechtszaal, waar hij zich moest verantwoorden voor het in brand steken van zijn eigen woning en het gooien van een kat over de balustrade van het balkon. Of er een straf volgt? Waarschijnlijk niet. Dit meldt onze mediapartner Omroep West.

De melding van een woningbrand aan de Albert Verweystraat in Voorburg loopt op 9 oktober volledig uit de hand. De 52-jarige verdachte heeft zelf zijn huis in de fik gestoken, en als brandweermannen de man in veiligheid willen brengen, slaan alle stoppen door.
"Ik was heel erg gestrest in mijn hoofd en lijf. Ik zag op de een of andere manier geen uitweg meer. Ik weet nog dat ik papier in brand heb gestoken en het daarna is geëscaleerd", blikt Edwin H. terug.

Al een week daarvoor voelt H. zich niet goed en er wordt verlof opgenomen. Alleen vindt de man geen rust, het gaat juist slechter met hem. In de gang steekt hij papieren, tijdschriften en kleren in brand.
Opgetrommelde brandweerlieden zien de man op een verhoging op het balkon staan, en denken dat hij naar beneden zal springen. Even daarvoor heeft hij al zijn kat over de reling gegooid. Een brandweerman trekt hem terug richting het appartement, waarna de verdachte wild om zich heen begint te slaan.

Kat raakt gewond
Daar weet H. niks meer van. Uiteindelijk wordt hij door vier brandweerlieden uit zijn huis gehaald en naar buiten gebracht. Daar slaan politieagenten hem in de boeien en nemen hem mee naar het bureau. De kat raakt bij de val gewond en wordt door de Dierenambulance meegenomen.
Een psycholoog en psychiater doen later onderzoek naar de man uit Voorburg, en concluderen dat hij tijdens de brandstichting last heeft van schizofrenie en aan waanideeën lijdt. Zij vinden daarom dat H. de strafbare feiten niet kan worden toegerekend.

Ook de officier van justitie noemt H. ontoerekeningsvatbaar op de dag van de woningbrand. Ze vraagt de rechter hem te ontslaan van rechtsvervolging. "Hij verkeerde in een psychotische toestand', klinkt het in de rechtbank. 'Daarnaast weet de verdachte heel goed wat er aan de hand was en heeft hij inzicht en besef van de ziekte."
"Het is duidelijk dat verdachte niet zichzelf was', meent zijn advocaat. 'Hij dacht dat hij werd achtervolgd, en beseft heel goed dat dit nooit had mogen gebeuren." Ook de raadsman vraagt de rechter om H. te ontslaan van rechtsvervolging.

Niet meer welkom bij wooncorporatie
Inmiddels gaat het beter met de 52-jarige man. "Psychisch en lichamelijk gaat het goed. Ik maak me alleen zorgen voor het vinden van een woonruimte. Ik ben niet meer welkom van de wooncorporatie", verklaart hij in de rechtbank.
Tot zijn eigen verbazing wordt de voorlopige hechtenis van de Voorburger opgeheven. "Dat is misschien een verrassing", zegt de rechter. "Maar de rechtbank heeft geen andere optie. De verwachting is dat er geen straf wordt opgelegd." Dat zal bij de uitspraak op 24 april blijken.


Door: Peter van der Aar.
Bron: omroepwest.nl.