Dat mijn onlangs gevierde vakantie in Italië erg goed beviel, zal voor hen die me op FB en Insta volgden geen verrassing zijn.
Ik had nog wat notities gemaakt voor een eventueel verhaal. Dit ‘eventueel verhaal’ licht ik met stelligheid uit zijn onzekere positie door het hieronder geschreven relaas.
Komt tie dan:
Voor zomermotorhandschoenen reed ik naar de andere kant van Milaan.
Al snel werd duidelijk dat dit, in vergelijking met de toeristische omgeving waar ik tot nu toe verbleef, een soort van milde twilight-zone was.
De hardheid van het bestaan was af te lezen van de gezichten der Milanezen wiens pad ik in deze buurt kruisten. Groepjes jongeren keken argwanend om.
Ouderen met rolstoelen en moeders met kinderwagens smoesden heimelijk.
In tegenstelling met mijn “mooi” Milaan, waar iedereen Sharp dressed was, droeg men hier slippers en sportbroeken afgetopt door goedkope T-shirts.
Aan de rand van deze buurt was een winkelcentrum met een Decathlon, daar kon ik ook mooi ff dingen kopen.
Ik deed mijn Black beauty extra goed op slot. Om me heen kijkend bekroop me een gevoel van ‘mijn god’.
Dat was geen hint van bovenaf voor deze heiden, het was een acute state of mind betiteling.
Flatgebouwen die hun beste tijd wel achter zich hadden vertolkten armoede.
Eigenlijk zouden ze tegen de grond moeten, maar blijkbaar was de vraag naar woonruimte ook hier groot. Stukken stuclagen misten, een goede kwast verf
zou zeker geen overbodige luxe zijn. Schotelantennes ‘sierden’ de benauwende balkonnetjes. Neen, mijn woning was het niet.
Wat was ik bevoorrecht zeg.
Ik hoopte zo dat kleine meisjes en kleine jongetjes kleine plekjes in deze huisjes hadden om te leren, zodat ze ooit konden ontsnappen aan deze misère.
In het winkelcentrum bracht de muziek een valse sfeer van pais en vree.
Er was een kleine tabaksshop waar gokken blijkbaar de hoogste omzet gaf. De uitgespeelden werd hier de kans geboden hun laatste hoop te verspelen.
Buitengekomen stond een vader, moeder en dochtertje mijn stralende Black Beauty (mijn motah) te bewonderen. Aan hun kleding te zien hadden ze niet
veel te lachen, maar toch sprankelden hun ogen bij het zien van al mijn moois. Fantastische mensen, ze verdienden gewoon te weinig.
De vragen over de BB waren niet van de lucht. Ook het dochtertje vroeg de oren van mijn hoofd.
Ik denk dat zij wel een klein leerplekje had en zou ontsnappen, op zekah.

Tekst: Mink Out.
Foto: Trieste flatgebouwen in Cinisello Balsamo