-
-
Er is groen licht voor het plan voor de warmtetransportleiding ‘WarmtelinQ’ tussen Vlaardingen en Den Haag.
De afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft alle bezwaren ongegrond verklaard tegen het zogenoemde inpassingsplan van de provincie Zuid-Holland en de omgevingsvergunning voor de aanleg ervan. Dat blijkt uit een uitspraak van de afdeling bestuursrechtspraak van woensdag 10 mei.
Onder meer de gemeente Den Haag, Stichting Den Haag Fossielvrij, de Bomenstichting en Stichting Gemeente Belangen Energievoorziening gingen tegen het plan in beroep bij de afdeling bestuursrechtspraak.
Geen draagvlak voor warmtetransportleiding
Eén van de bezwaren is dat er binnen de gemeente Den Haag geen draagvlak is voor de warmtetransportleiding. Volgens de bezwaarmakers had de provincie om die reden moeten afzien van het plan. De afdeling bestuursrechtspraak legt in de uitspraak uit dat er geen regel bestaat die bepaalt dat de overheid pas een besluit mag nemen als daarvoor draagvlak bestaat. In dit geval moest de provincie een afweging maken tussen aan de ene kant het provinciale belang van een regionale energievoorziening en aan de andere kant de belangen van de gemeente. Dat er binnen de gemeente Den Haag geen draagvlak zou zijn, is binnen deze belangenafweging niet doorslaggevend, aldus de afdeling bestuursrechtspraak.
De (on)mogelijkheden van de bestuursrechter
Voordat het inpassingsplan werd vastgesteld, hebben provinciale staten een politiek-bestuurlijke afweging gemaakt om fossiele restwarmte te gebruiken om de regio van warmte te voorzien. Met die afweging zijn bezwaarmakers het niet eens, maar de afdeling bestuursrechtspraak kan (en mag zich) niet bemoeien met politiek-bestuurlijke afwegingen van de overheid. De bestuursrechter mag alleen beoordelen of het overheidsbesluit, in dit geval het inpassingsplan, voldoet aan de eisen van de wet en van het recht. Dat heeft de afdeling bestuursrechtspraak gedaan door te beoordelen of de ruimtelijke afweging die de provincie heeft gemaakt op de juiste gegevens berust en of de provincie de diverse belangen die bij het plan een rol spelen, goed tegen elkaar heeft afgewogen.
Na bestudering van alle documenten en onderzoeken komt de afdeling bestuursrechtspraak tot de conclusie dat het plan voor de aanleg van de warmtetransportleiding voldoet aan deze eisen. Het plan is daarom rechtmatig en met deze uitspraak definitief geworden. Dat geldt ook voor de omgevingsvergunningen die de gemeente Den Haag verleende voor dit project.
Het inpassingsplan en de omgevingsvergunning maken de aanleg mogelijk van een warmtetransportleiding tussen Vlaardingen en Den Haag. Het project wordt WarmtelinQ genoemd. De leiding transporteert restwarmte uit de Rotterdamse haven naar het stedelijk gebied in de regio Vlaardingen-Den Haag. Het beginpunt van de warmtetransportleiding ligt in Vlaardingen. Het eindpunt is de Uniper-centrale in Den Haag. Daar zal de warmtetransportleiding aansluiten op het bestaande warmtenet van Den Haag. De lengte van de leiding is ruim 23 kilometer. De leiding doorkruist zes gemeenten: Vlaardingen, Schiedam, Midden-Delfland, Delft, Rijswijk en Den Haag.